Ons adres:

Het tweede huis aan de rechterkant behoorde bij het tegenovergelegen gasthuis, dat als hospitaal en armenhuis diende. Nog altijd is in de tuin de altaarplek te zien. Mogelijk dat de slaapplaatsen voor de patiënten hier net als in het Hotel Dieu te Beaune en het St. Jans hospitaal in Brugge aan de muurkant stonden, zodat de zieken uitzicht op het altaar hadden.

Het oudste deel van het complex dateert uit de late gotiek. Later werd het verbouwd tot een burgerwoning voor iemand uit de sociale bovenlaag. Gezien de aanwezigheid van een sijdelkamertje ofwel een comptoir, is het huis waarschijnlijk van een koopman geweest . Het voorste deel diende als woning, het achterste deel als pakhuis en als wagenberging. Op het open erf heeft men vijf kuipen van hout aangetroffen. In het midden stond een ijzeren keuspot, die diende als glazuurmolen (rosmolen). De steeg heet niet voor niets Rosmolensteeg. Waarschijnlijk heeft hier in het begin van de zeventiende eeuw een tichelbakkerij gestaan. De benodigde witte klei (grondstof) werd geďmporteerd.

Achter het complex stonden zeven armenhuisjes elk tien vierkante meter groot.

In de loop van de zeventiende eeuw werd in het gebouw de waag ondergebracht.
Ook bij dit huis treft men de invloed van de westelijke Zuiderzeestadjes en steden aan.

f.schmidt@wxs.nl

Hoogstraat 33

Tekstvak: Pagina #

Na een grondige restauratie zijn de panden in bezit van de Vereniging “Hendrick de Keijser” gekomen.